Dwangsommen

Nieuws

Peter van Lingen
27 juni 2016
Ondernemings- en Faillissementsrecht


Wat hiertegen te ondernemen? In een civiele procedure kan de rechter een dwangsom opleggen voor het geval dat een partij niet aan de veroordeling voldoet (artikel 611a Rv). Het al dan niet ‘verbeurd’ (= verschuldigd) zijn van een dergelijke dwangsom is aanleiding voor veel procedures. Als de veroordeelde zich geconfronteerd ziet met een actie van de wederpartij om dwangsommen te innen, op grond van het feit dat deze verbeurd zouden zijn en is hij van oordeel dat hij de veroordeling niet heeft overtreden, dan is er sprake van een executiegeschil ex artikel 438 Rv. De rechter, vaak de kort geding rechter, moet dan beoordelen of er al dan niet aan het veroordelend vonnis is voldaan. Daarbij is deze hoofdveroordeling zelf in beginsel een gegeven. Een dergelijk geschil is er niet voor om alsnog de redelijkheid van deze veroordeling te toetsen. Als de veroordeelde stelt dat hij in de onmogelijkheid verkeerde om aan de hoofdveroordeling te kunnen voldoen, dan wel al hetgeen heeft gedaan dat redelijkerwijs van hem kon worden verwacht om aan de hoofdveroordeling te voldoen, dan heeft hij de mogelijkheid om bij de rechter die de dwangsom heeft opgelegd, opheffing of vermindering van de dwangsom te vorderen (artikel 611d Rv). Het Benelux Gerechtshof heeft anno 1986 bepaald dat van ‘onmogelijkheid’ sprake is indien zich een situatie voordoet waarin de dwangsom als dwangmiddel – dat wil zeggen als geldelijke prikkel om nakoming van de veroordeling zoveel mogelijk te verzekeren – zijn zin verliest. De dwangsom verliest dan immers zijn doel en krijgt feitelijk het karakter van een boete. In navolging van het Benelux Gerechtshof heeft de Hoge Raad meerdere malen beslist dat het voor de veroordeelde onmogelijk is om aan de veroordeling te voldoen, als het onredelijk zou zijn om van hem nog meer inspanning en zorgvuldigheid te vergen dan de veroordeelde heeft betracht. Daarbij is van belang dat die onmogelijkheid moet voortvloeien uit de omstandigheden die na de hoofdveroordeling zijn gerezen. Omstandigheden van voor de veroordeling zijn immers al meegewogen bij de hoofdbeslissing. Voorts mag de onmogelijkheid tot nakoming niet het gevolg zijn van de eigen onzorgvuldigheid van de veroordeelde na de hoofdveroordeling.   Wenst u een opgelegde dwangsom te executeren dan wel ziet u grond om zich tegen een dwangsom te verweren, neem dan contact op met mr. Peter van Lingen (petervanlingen@knuwer.nl) dan wel met een van onze andere advocaten van de vakgroep Ondernemingsrecht. Knuwer advocaten Alkmaar: 072-5127117 Knuwer advocaten Den Helder: 0223-660114