Een belangrijke trendbreuk met de rechtspraak tot nu toe!

Ronald Muurlink
16 juli 2021

Bestuursrechter beoordeelt niet meer ambtshalve (uit eigen beweging) of een rechtsmiddel in de voorgaande fase tijdig is ingediend.

Inleiding

De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 juli 2021 in een zogenoemde gemengde kamer, bestaande uit de presidenten van de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, uitspraak gedaan in een zaak waarin de vraag centraal stond of de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een bezwaar terecht ambtshalve (dat betekent uit zichzelf en los van wat partijen hebben aangevoerd) wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de bestuursrechter niet langer ambtshalve de tijdigheid van een ingediend bezwaarschrift beoordeelt. Hetzelfde geldt overigens voor de ambtshalve beoordeling in hoger beroep of het beroep bij de rechtbank tijdig was. Ook dat zal de bestuursrechter niet (meer) doen.

 

Waar ging het om?

Het College van Burgemeester en Wethouders van Breda heeft in haar primaire besluit geweigerd een persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen voor begeleiding en huishoudelijke verzorging op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 voort te zetten. De belanghebbende/betrokkene was het daar niet mee eens en heeft een bezwaarschrift ingediend. In de beslissing op bezwaar oordeelde het College dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend, maar dat was feitelijk niet correct. Belanghebbende is in beroep gegaan bij de rechtbank. In beroep heeft geen van de partijen een punt gemaakt van de omstandigheid dat het bezwaarschrift eigenlijk te laat was ingediend, zodat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard had moeten worden. Dat betekent dat het College niet tot een inhoudelijke beoordeling (heroverweging) zou kunnen komen. Echter, de rechtbank is op basis van vaste rechtspraak tot nu toe ambtshalve over gegaan tot vernietiging van de beslissing op bezwaar, omdat het bezwaar volgens haar (niet-verschoonbaar) te laat was ingediend. Het bezwaar van belanghebbende/betrokkene werd daarom alsnog wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak komt belanghebbende In hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Daar betoogt zij overigens dat het bezwaarschrift wel tijdig was ingediend.

 

Wat vindt de “gemengde kamer

De gemengde kamer oordeelt dat de wettelijke bepalingen over de tijdigheid van een bezwaar- of beroepschrift dwingend van aard zijn, maar dit betekent niet dat zij van openbare orde zijn. Dat betekent dat de bestuursrechter niet (meer) ambtshalve mag beoordelen of een bezwaarschrift tijdig is ingediend. Hetzelfde geldt in hoger beroep. Er zal dan niet meer ambtshalve worden beoordeeld of bij de rechtbank tijdig beroep was ingesteld. Het nieuwe uitgangspunt wordt ook gehanteerd voor lopende zaken. Hiermee wordt voorkomen dat aan een belanghebbende de toegang tot de bestuursrechter wordt ontzegd als tussen partijen de tijdigheid van een rechtsmiddel in een voorgaande fase niet was opgeworpen.

 

Hoe liep de procedure af?

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank het bezwaar ten onrechte ambtshalve niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Centrale Raad van Beroep kon daardoor de vraag of belanghebbende/betrokkene aanspraak maakt op voortzetting van een persoonsgebonden budget inhoudelijk behandelen. Echter, dat heeft de belanghebbende uiteindelijk toch niet kunnen baten. Weliswaar is in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank vernietigd, maar vervolgens bleek uit de inhoudelijke beoordeling dat het gevraagde pgb terecht was geweigerd door het College.

 

Wat vind ik hiervan?

Met deze uitspraak komt de formele rechtskracht van besluiten iets onder druk te staan. Formele rechtskracht houdt in dat een besluit waartegen niet tijdig rechtsmiddelen zijn aangewend – in beginsel – onaantastbaar is geworden. Als een bezwaarschrift te laat wordt ingediend, dan dient deze niet-ontvankelijk te worden verklaard. Echter, als dat niet gebeurd en het bestuursorgaan gaat alsnog inhoudelijk op de kwestie (bezwaargronden) in, dan wordt daarmee de deur geopend naar inhoudelijke beoordelingen en afwegingen van een besluit die eigenlijk formele rechtskracht heeft gekregen. De afweging van de gemengde kamer is dat een belanghebbende dan toegang tot de bestuursrechter houdt (op inhoudelijke gronden). Op zichzelf een begrijpelijk standpunt, maar er kan wel rechtsongelijkheid ontstaan. Als een bestuursorgaan een termijnoverschrijding niet (tijdig) opmerkt en inhoudelijk beslist op bezwaar, opent dat een debat over al vaststaande besluiten. Als in eenzelfde kwestie het bestuursorgaan de niet-verschoonbare termijnoverschrijding wel tegenwerpt, kan het niet tot een inhoudelijke beoordeling komen en zal het bezwaarschrift niet-ontvankelijk worden verklaard. Het bestuursorgaan kan met deze nieuwe rechtspraak “deuren openen” die eerst gesloten bleven. Als het bestuursorgaan er bewust voor kiest om de zaak toch inhoudelijk te behandelen, dan kan dat dus. Echter, wat nu als het bestuursorgaan hier selectief in handelt? Dat zou dan tot ongewenste situaties kunnen leiden. Sta je als belanghebbende dan met lege handen? Nee, dat hoeft niet direct het geval te zijn, omdat de mogelijkheid om een verzoek tot herziening (of terug te komen op een eerdere beslissing) er nog steeds is. In beginsel moet de belanghebbende dan wel nieuwe feiten en/of omstandigheden aanvoeren. Doet een betrokkene dat niet dan kan het bestuursorgaan de aanvraag toch opnieuw beoordelen die dan ook inhoudelijk wordt beoordeeld door de rechter. Ook hier dus een verruiming in de rechtspraak. (zie uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak 23 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3131). In deze lijn past de uitspraak van de Centrale van Beroep wel.

 

Uitspraak: Centrale Raad van Beroep, 7 juli 2021, ECLI:NL:CRvB:2021:1500.

Dit artikel is geschreven door mr. Ronald Muurlink van Knuwer Advocaten te Alkmaar.

In het geval u als werkgever of als werknemer vragen heeft die op bovenstaande problematiek betrekking hebben, dan wel andere vragen heeft die arbeidsrechtelijk of sociaal verzekeringsrechtelijk van aard zijn, kunt u contact met mij opnemen.

Ronald richt zich in zijn praktijk op ondernemers en particulieren en houdt kantoor op de vestiging van Knuwer advocaten Alkmaar te Alkmaar.

Contactgegevens:

muurlink@knuweralkmaar.nl

Tel: 072-2001045 (direct)