Een man en vrouw zijn in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. De man heeft samen met zijn broer een garagebedrijf. Nadat partijen uit elkaar zijn gegaan trekt de man zich terug uit het bedrijf. Daarna wordt de scheiding officieel.
Het gerechtshof overweegt dat de man gehouden is om de schade aan de gemeenschap te vergoeden. De man heeft zich zes maanden voordat de scheiding officieel werd teruggetrokken uit het bedrijf. Hierdoor valt de waarde van zijn aandeel weg en wordt de gemeenschap minder waard. De vrouw stelt dat de man zich opzettelijk heeft teruggetrokken. De man stelt dat hij vanwege zijn gezondheid uit het bedrijf is getreden. Het hof vindt dat de man zijn stelling niet heeft onderbouwd. De man is daarom zonder goede grond en zonder ontvangst van een vergoeding uit het bedrijf gegaan. De man heeft – aldus het hof – de gemeenschap benadeeld (ingevolge artikel 1:164 lid 1 BW). Om die reden moet de man alsnog zijn aandeel in de waarde van het bedrijf aan de gemeenschap en daarmee voor de helft aan de vrouw vergoeden.
Geschreven door: Eveline Dirks, familierechtadvocaat en -mediator Knuwer advocaten Alkmaar
