De Wet flexibel werken

Nieuws

Marieke Frank
04 februari 2016
Arbeidsrecht


Per 1 januari 2016 geldt de Wet flexibel werken. Deze nieuwe wet geeft werknemers de mogelijkheid om een verzoek te doen aan hun werkgever om hun arbeidsduur te mogen wijzigen (bijvoorbeeld 24 in plaats van 40 uur per week werken), of om hun werktijd te mogen wijzigen (bijvoorbeeld ’s ochtends werken in plaats van ‘s middags) of om hun werkplek te mogen wijzigen (bijvoorbeeld thuis werken). De wet geeft weliswaar het recht aan een werknemer om een dergelijk verzoek te doen, maar de werkgever is niet altijd verplicht om het verzoek in te willigen. Afhankelijk van het verzoek van de werknemer gelden er andere eisen om het verzoek te mogen afwijzen. Het verzoek om aanpassing van de arbeidsduur of de werktijd zal de werkgever moeten honoreren, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. In de wet worden voorbeelden genoemd van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer het verzoek leidt tot ernstige problemen op het gebied van veiligheid of van rooster technische of financiële aard. Voor het verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats geldt het criterium van de zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet. Wel dient de werkgever het verzoek van de werknemer serieus in overweging te nemen en daarover in overleg te gaan met de werknemer. Soms zal thuiswerken niet tot de mogelijkheden behoren, zoals bijvoorbeeld bij een fabrieksmedewerker. Stel, een werknemer doet het verzoek om voortaan 24 in plaats van 40 uur per week te werken en wel op maandag, dinsdag en donderdag. Het verzoek om minder uren per week te gaan werken, kan door de werkgever alleen worden afgewezen wanneer sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Uit de rechtspraak blijkt dat hiervan niet snel sprake is. Wanneer het verzoek om 24 uur per week te gaan werken door de werkgever wordt ingewilligd, stelt de werkgever in beginsel de werkdagen vast overeenkomstig de wens van de werknemer. Maar dit hoeft niet wanneer de werkgever daarbij een zodanig belang heeft dat de wens van de werknemer daardoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. De werkgever kan in zo’n geval beslissen dat de werknemer wel 24 uur per week gaat werken maar op andere dagen dan de werknemer heeft gevraagd. Voor het vaststellen van de betreffende werkdagen geldt dus een minder zware eis dan voor het verzoek om parttime te mogen werken. Niet iedere werknemer kan een verzoek tot wijziging indienen. Als vereiste geldt dat de werknemer ten minste een half jaar in dienst moet zijn op het moment van de beoogde ingangsdatum van de wijziging. Het verzoek dient schriftelijk en ten minste twee maanden voor de beoogde ingangsdatum te worden ingediend, behoudens onvoorziene omstandigheden. De werkgever dient daar schriftelijk op te reageren. Indien de werkgever niet of niet tijdig beslist, heeft dit tot gevolg dat het verzoek van de werknemer automatisch wordt gehonoreerd. De nieuwe wet geldt niet voor kleine werkgevers met minder dan 10 werknemers. Deze kleine werkgevers dienen wel zelf een regeling te treffen voor het recht op aanpassing van de arbeidsduur. De werkgevers wil ik adviseren om ieder verzoek tot wijziging van de arbeidsduur, de werktijd of de arbeidsplaats serieus te nemen. Houd er rekening mee dat bij een verzoek tot wijziging van de arbeidsduur of de werktijd niet snel sprake zal zijn van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Controleer of een cao van toepassing is op de arbeidsovereenkomst en zo ja, of in deze cao wordt afgeweken van de Wet flexibel werken. Volg in dat geval de cao. Neem op tijd een beslissing en geef dit schriftelijk aan de werknemer door. Mocht het verzoek tot thuiswerken worden ingewilligd, zorg dan voor een veilige thuiswerkplek en een goede beveiliging van uw bedrijfsgegevens. Dit artikel is geschreven door mr. Marieke Frank.

Mocht u nadere informatie willen over dit onderwerp dan kunt contact met haar opnemen of met één van de andere leden van onze vakgroep Arbeidsrecht.
Knuwer advocaten Alkmaar: Ronald Muurlink, Roel van Velzen.
nuwer advocaten Den Helder: Marieke Frank