Betasten Knabbel en Babbel leidt tot ontslag op staande voet

Ronald Muurlink
04 oktober 2022
Arbeidsrecht

Betasten Knabbel en Babbel leidt tot ontslag op staande voet

Inleiding

 

Binnen de arbeidsrechtelijke praktijk komen er bijzondere situaties voor en de hierna te bespreken uitspraak onderstreept dat nog maar weer eens. Ook om andere redenen is de uitspraak interessant. Wat was er aan de hand?

 

De feiten

 

De werknemer waar het om gaat was een leidinggevende in dienst van KLM Catering Services tegen een salaris van € 13.403,69 bruto per maand. Eind 2020 bevond deze werknemer zich samen met de toenmalige huismeester van KCS en een receptioniste van KCS  in een afgesloten ruimte in het gebouw van KCS. De huismeester heeft van een deel van het gesprek dat toen heeft plaatsgevonden heimelijk een film- en audio-opname gemaakt. Van de opname is een transcript opgemaakt en daaruit volgt (onder meer) het volgende:

 

“[werknemer] : Ik heb een vraag aan jou

De receptioniste: Ja?

[werknemer] : Hoe gaat het met Knabbel en Babbel?

(…)

De receptioniste: Goed?

[werknemer] : Ja? Babbel heeft een beetje, die moet een beetje lucht

(…)

[werknemer] : He kut, ik wil even Knabbel en Babbelen. Kan ik even Knabbel en Babbelen?

De receptioniste: Nee je moet naar je dinges gaan

(…)

[werknemer] : Dan moet ik even naast je zitten

De huismeester: Ja, dat wordt een lastig verhaal dan he (…) Ik zal niet kijken

[werknemer] : Je kan wel kijken, ik vind het wel lekker, hmm zo lekker. Heerlijk. Ik wil wel zoenen.”

(…)

 

Er heeft op 28 april 2022 een gesprek met de werknemer plaatsgevonden, waarin de werknemer wordt geconfronteerd met de opnamen. De werknemer bevestigt dat hij met de receptioniste in de postkamer heeft gezeten, dat zij haar bosten heeft laten zien en dat deze door hem zijn betast. De werknemer verklaart vervolgens dat hij zich gek liet maken door de huismeester en dat het meer spielerei was. Er zou geen sprake zijn geweest van een relatie. Op de vraag wat er wordt bedoeld met Knabbel en Babbel antwoordde de werknemer dat hij daarmee doelde op de borsten van de receptioniste. Verder geeft de werknemer aan dat hij niet de indruk had dat er handelingen plaatsvonden zonder toestemming van de receptioniste, omdat zij zelf haar borsten liet zien en dat hij niets heeft gedaan wat de receptioniste niet wilde en daarmee grensoverschrijdend was. Het was vrijwillig en zonder enige vorm van dwang of beloftes, aldus de werknemer. Met een brief van 30 april 2022 heeft KCS werknemer op staande voet ontslagen om de hiervoor genoemde redenen.

 

De procedure

 

Werknemer is het met het ontslag niet eens en verzoekt de kantonrechter om het ontslag op staande voet te vernietigen en stuurt aan op herstel en terugkeer. Volgens de werknemer is het ontslag op staande voet niet onverwijld verleend en is ook geen sprake van een dringende reden. Verder stelt werknemer dat KCS onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van de film- en audio-opname van de huismeester en dat zij haar eigen procedures niet heeft gevolgd.

 

De kantonrechter stelt vast dat werknemer op 30 april 2022 is ontslagen, tien dagen nadat (het vermoeden van) de dringende reden ter kennis is gekomen van de manage KCS . Dat is in dit geval voldoende voortvarend. Daarbij weegt mee dat KCS heeft toegelicht dat zij in het kader van haar onderzoek werknemer en de receptioniste tegelijkertijd wilde horen en dat dit vanwege de werktijden van de receptioniste pas op 28 april 2022 mogelijk was, dat werknemer in de periode rond 20 april 2022 enkele dagen ziek is geweest en dat sprake was van een weekend op 23 en 24 april 2022.

 

De kantonrechter meent ook dat er geen grond is om het transcript van de film- en audio-opname als bewijs buiten beschouwing te laten. Ook als dat bewijs onrechtmatig zou zijn verkregen, zoals werknemer stelt, geldt dat werknemer inmiddels heeft erkend en verklaard dat het transcript het gesprek juist weergeeft, zodat dat als vaststaand kan worden aangenomen. Bovendien geldt in deze procedure niet als algemene regel dat de rechter op onrechtmatig verkregen bewijs geen acht mag slaan. In beginsel wegen het algemene maatschappelijke belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt en het belang dat partijen erbij hebben hun stellingen in rechte aannemelijk te kunnen maken, zwaarder dan het belang van uitsluiting van bewijs.

 

Ook stelt de kantonrechter vast dat sprake is geweest van een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt. De receptioniste heeft tot twee keer toe aangegeven dat zij niet wilde dat haar borsten door de werknemer werden aangeraakt en toch is het gebeurd. Deze gedraging levert op zichzelf al een dringende reden op voor een ontslag op staande voet, temeer omdat de receptioniste in een ondergeschikte verhouding stond tot werknemer.

 

Wat vind ik ervan?

 

Deze uitspraak heeft tot gevolg dat Knabbel en Babbel voor mij een andere dimensie hebben gekregen, waarbij ik mij afvraag of ik daar blij mee moet zijn. Meer inhoudelijk maakt deze uitspraak duidelijk dat bewijsuitsluiting van heimelijk gemaakte opnamen niet snel aan de orde is. Ook kan er best veel verschil zijn tussen het moment van de feitelijke gedragingen (in dit geval eind 2020) en het uiteindelijke ontslagmoment (30 april 2022). Het gaat erom wanneer de dringende redenen bekend zijn bij de persoon die bevoegd is om ontslag te verlenen. Daar kan best een behoorlijke periode tussen liggen. Ook andere meer in de personen betrokken omstandigheden kunnen nog een rol spelen bij de beoordeling van het onverwijldheidsvereiste, waarbij ik doel op ziekte en een weekend. Deze omstandigheden vind ik zelf wat minder (snel) overtuigen. Ten slotte blijft het mij verbazen welk gedrag er op de werkvloer (kennelijk) voorkomt en dat het in alle geledingen van een organisatie plaatsvindt. De uitspraak maakt volstrekt helder dat grensoverschrijdend gedrag en ongewenste omgangsvormen ontoelaatbaar zijn en dat klemt temeer als sprake is van ongelijkwaardige verhoudingen (gezagsverhouding). Knabbelen en Babbelen is dus uit den boze…

 

Vindplaats:

Rechtbank Noord-Holland, Locatie Haarlem, 13 september 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:8162.

 

Dit artikel is geschreven door mr. Ronald Muurlink van Knuwer Advocaten te Alkmaar.

In het geval u als werkgever of als werknemer vragen heeft die op bovenstaande problematiek betrekking hebben, dan wel andere vragen heeft die arbeidsrechtelijk of sociaal verzekeringsrechtelijk van aard zijn, kunt u contact met mij opnemen.

Ronald richt zich in zijn praktijk op ondernemers en particulieren en houdt kantoor op de vestiging van Knuwer advocaten Alkmaar te Alkmaar.

Meer informatie over Ronald kunt u vinden op: https://knuwer.nl/advocaten/ronald-muurlink

Contactgegevens:

muurlink@knuweralkmaar.nl