Ouders die kinderen onder toezicht hebben staan van een jeugdbeschermer, worden vaak geconfronteerd met allerlei rapportages. De jeugdbeschermer heeft op grond van de wet de plicht de rapportage volledig en naar waarheid in te vullen. Toch komt het voor dat ouders het niet eens zijn met de inhoud van zo'n rapportage. Hoewel het ouders vrij staat de rapportage in dat geval niet voor akkoord te ondertekenen, is die rapportage wel een belangrijk document voor de rechtbank om tot een oordeel te komen. De wet (art. 810a RV lid 2) biedt ouders in dergelijke situaties de mogelijkheid om aan de rechtbank een nieuw en onafhankelijk deskundigenonderzoek te vragen. Uitgangspunt is dat een dergelijk verzoek wordt toegewezen, tenzij: (a) het verzochte deskundigenonderzoek niet (mede) tot de beslissing van de zaak kan leiden of (b) het belang van het kind zich tegen het verzochte onderzoek verzet. De ouder dient het verzoek om een nader deskundigenonderzoek goed te motiveren. Er moet zo concreet mogelijk worden aangegeven op welk(e) punt(en) het nadere onderzoek zich zou moeten richten. Dat kan bijvoorbeeld gaan om de mening van de ouder die in de rapportage niet of onvoldoende is behandeld, maar mag ook zien op het verkrijgen van een ‘second opinion’ over een ander onderwerp. De rechtspraak leert dat een beroep op art. 810a lid 2 Rv niet snel wordt toegewezen. Toch is het van belang om de mogelijkheid van een onafhankelijk deskundigenonderzoek in overweging te nemen als ouders en de jeugdbeschermer wezenlijk van visie over de inhoud en de conclusie van de rapportage verschillen.
Mocht u hierover meer vragen hebben, aarzel dan niet even contact op te nemen met ons kantoor. Nicolette Plat (advocaat jeugdrecht)