Wegnemen arbeidsrechtelijke beperkingen voor AOW’ers die willen blijven werken

Nieuws

Ronald Muurlink
30 september 2015
Arbeidsrecht


Op 17 maart 2015 is de Wet Werken na de AOW-gerechtigde leeftijd aangenomen door de Tweede Kamer, waarna op 22 september jl. de plenaire vergadering van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer heeft plaatsgevonden. Op 29 september 2015 heeft de stemming plaatsgevonden en is het voorstel aangenomen. Werkgevers zijn steeds vaker bereid om AOW-gerechtigden voor zich te laten werken, maar zijn bevreesd voor het risico op langdurig ziekteverzuim en wijzen op arbeidsrechtelijke belemmeringen voor het in dienst houden of nemen van AOW-gerechtigden. Het doel van de nieuwe wet is om het werken op basis van een arbeidsovereenkomst na het bereiken van de AOW-leeftijd te faciliteren. Daartoe worden enkele belemmeringen weggenomen die werknemers en werkgevers ervaren bij hun wens om te (laten) werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Het gaat om de volgende maatregelen: De loondoorbetalingsplicht, de re-integratieverplichtingen van de werkgever en het opzegverbod bij ziekte worden beperkt tot zes weken; De opzegtermijn van een arbeidsovereenkomst met een AOW-gerechtigde werknemer wordt beperkt tot een maand; * Op grond van de ketenbepaling ontstaat voor AOW-gerechtigden na ten hoogste zes contracten (in plaats van na drie) of ten hoogste na 48 maanden (in plaats van na 24) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Voor de vaststelling van het aantal contracten of de periode van 48 maanden worden alleen arbeidsovereenkomsten in aanmerking genomen die zijn aangegaan na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. * De Wet minimumloon en vakantiebijslag wordt van toepassing verklaard op de AOW-gerechtigde werknemer. Met betrekking tot de Ragetlieregel (artikel 7:667 lid 4 BW) is geregeld dat deze niet geldt als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is geëindigd op grond van een pensioenontslagbeding wegen het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en partijen vervolgens een opvolgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde zijn aangegaan. Dat heeft tot gevolg dat de laatste arbeidsovereenkomst van rechtswege kan eindigen en opzegging daarvan niet nodig is. De Wet werk en zekerheid regelt dat werkgevers geen ontslagvergunning van het UWV nodig hebben om de dienstbetrekking op te mogen zeggen. Evenmin behoeft aan AOW-gerechtigde werknemers een transitievergoeding te worden betaald in het geval een einde komt aan de dienstbetrekking. Met deze maatregelen zou de arbeidsparticipatie van ouderen verder vergroot kunnen worden. In ieder geval zijn er minder arbeidsrechtelijke belemmeringen dan voorheen om dit te doen. De toekomst zal moeten leren of de beoogde doelstellingen bereikt zullen worden. Naar verwachting zal de nieuwe regelgeving per 1 januari 2016 in werking treden. Dit artikel is geschreven door mr. Ronald Muurlink.
Mocht u nadere informatie willen over dit onderwerp of een afspraak willen maken dan kunt contact met hem opnemen of één van de andere leden van onze vakgroep Arbeidsrecht.
Knuwer advocaten Alkmaar: Ronald Muurlink, Roel van Velzen.
Knuwer advocaten Den Helder: Marieke Frank.

Bovengenoemde regeling is terug te vinden in de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd.