Stijging huren vrije sector gemaximeerd vanaf 1 mei 2021
Huidige regeling wijziging huurprijzen
Vanaf 1 mei 2021 is er een belangrijke wetswijziging doorgevoerd die gevolgen heeft voor de huurprijzen in de vrije sector.
Het is bekend dat de stijging van de huurprijzen voor woningen in de sociale sector is gebonden aan een door de overheid jaarlijks vast te stellen maximale huurprijsstijging. De maximale huurprijs voor de sociale sector bedraagt nu € 752,33.
Tot 1 mei 2021 waren huurprijzen voor de geliberaliseerde huurovereenkomsten (met een aanvangsuur vanaf € 752,33) vrijgelaten en was het aan de huurder en de verhuurder hier afspraken over te maken. De huurder genoot nauwelijks huurprijsbescherming. De enige beperking is feitelijk dat de verhuurder maar één keer per jaar de huurprijs mag verhogen.
Sinds 1 mei 2021 is hier verandering in gekomen en bepaalt de overheid ook de maximale stijging van huurprijzen in de dus niet meer zo vrije sector.
Woningnood
De achtergrond van deze nieuwe regeling is de woningnood en de flinke stijging van huurprijzen in de vrije sector. Minister Ollengren is eigenlijk geen groot voorstander van de wet maar onder druk van de Tweede Kamer heeft zij de nieuwe regeling toch ingevoerd. Om woningen voor alle groepen betaalbaar te houden meent de Tweede Kamer dat het zinvol is de jaarlijkse stijging van de huurprijzen in de vrije sector te maximeren.
De nieuwe regeling in het kort
Op grond van de nieuwe wet bepaalt de overheid jaarlijks de maximale stijging van de huurprijs voor woningen in de vrije sector.
De regeling heeft een looptijd van drie jaren en zal dan worden geëvalueerd. Zoals met veel tijdelijke regelingen moeten we niet verbaasd zijn als deze regeling na drie jaren wordt verlengd.
De maximale stijging van de huurprijzen is de som van het percentage van inflatie (de basis voor de prijsstijging van sociale sector) plus 1 %. De inflatie bedraagt 1,4 % zodat de maximale stijging voor de vrije sector 2,4 % is.
Onmiddellijke ingang
De nieuwe regeling is onmiddellijk ingegaan en er geldt geen overgangsregeling. Ook op bestaande huurovereenkomsten is de nieuwe regeling van toepassing. Als in de huurovereenkomst een hoger percentage is afgesproken, is dit beding met ingang van 1 mei 2021 nietig.
Uitzondering
In de nieuwe wet geldt een uitzondering voor wijzigingen van de huurprijs als gevolg van renovatie.
De achtergrond van deze uitzondering is vooral dat de overheid niet de verduurzaming van woningen wil hinderen. Het moet wel gaan om echte renovatie die het woongenot verhoogt en niet om regulier onderhoud, dat valt niet onder renovatie.
Wat kan de verhuurder doen
Voor bestaande huurovereenkomsten die met een hogere jaarlijkse stijging kan de verhuurder niet veel doen. De verhuurder is gebonden aan het wettelijk maximum.
Voor nieuwe huurovereenkomsten kan de verhuurder de beperkingen van de nieuwe wet deels proberen te ondervangen door een hogere aanvangshuur te vragen dan hij van plan was.
Verhuurders kunnen ook overwegen om meer tijdelijke huurovereenkomsten aan te gaan zodat zij vervolgens bij een nieuwe huurovereenkomst een hogere huurprijs kunnen vragen.
Wat kan de huurder doen
De nieuwe wet biedt huurders de mogelijkheid naar de Huurcommissie te gaan als de verhuurder in strijd met de nieuwe wet de huurprijs meer dan het toegestane maximum verhoogt.
Dit artikel is geschreven door Arthur Sweens, advocaat voor ondernemers en huurzaken. Heeft u vragen? Bel op 0223-239 011 of 06 22 42 30 73 of mail naar sweens@knuwerdenhelder.nl